Aan het eind van de basisschool maakt iedere leerling de doorstroomtoets (in februari).
- Deze toets laat zien wat een leerling op de basisschool geleerd heeft.
- Vooraf geeft de leerkracht een schooladvies voor het voortgezet onderwijs.
- Is de uitslag van de toets hoger dan het advies? Dan wordt het advies aangepast, behalve als dit niet goed zou zijn voor het kind.
- Is de uitslag lager? Dan blijft het eerdere advies gelden.
- De doorstroomtoets is geen examen. Een kind kan dus niet slagen of zakken.
De overheid kijkt met deze toets of scholen goed onderwijs geven. Daarbij wordt gekeken naar twee niveaus:
- Fundamenteel niveau (basisniveau): dit moet bijna iedereen halen.
- Streefniveau (hoger niveau): dit is extra, en laat zien dat kinderen meer beheersen dan de basis.
De onderwijsinspectie bepaalt welke percentages scholen minimaal moeten halen. Onze school scoort boven deze waarden:
- 97,6% van de leerlingen haalt het basisniveau (landelijke norm: 85%).
- 54,8% van de leerlingen haalt het streefniveau (landelijke norm: 43,5%).